Everything is bigger in the USA. Dat geldt ook voor de natuur, zo ontdekte redacteur Puck toen ze met TUI en KLM afreisde naar de Nationale Parken van Nevada, Utah en Arizona in Amerika. Torenhoge bergen, eindeloos diepe canyons en uitgestrekte vlaktes wisselen elkaar in deze staten af en achter elke bocht schuilt een ander uitzicht. Het heet niet voor niets the great outdoors. Reis je mee naar de prachtige nationale parken in Amerika?
De nationale parken van Nevada, Utah en Arizona
“Wauw, wat is dit mooi. Ik kan er wel van huilen”, hoor ik mezelf fluisteren tegen mijn reisgenoten. We kijken uit over een rozerode canyon, terwijl de zon die hoog aan de hemel staat de kleuren van het landschap nog feller maakt. Het ene na het andere superlatief rolt van mijn tong in mijn poging te omschrijven hoe bizar mooi ik de omgeving vind.
Tot nu toe was ik geen groot Amerika-fan. Het land stond nooit bovenaan mijn bucketlist, de overenthousiaste verhalen waar andere Amerikagangers mee thuiskwamen snapte ik niet en de Amerikaanse steden die ik bezocht vond ik wel leuk, maar niet fantastisch. Kortom: ik was zeker niet degene die jou zou aanraden naar de Verenigde Staten af te reizen. Tot op dit moment dus, bedenk ik me terwijl ik kijk naar de kleine figuren die tientallen meters onder me door de canyon wandelen. Want dit is zo mooi, dat ik er gewoon een beetje Amerikaans van word. Inclusief een heleboel ‘O my gods’ en ‘Amazings’.
Lees hier een verhaal over een roadtrip door Nevada.
Beautiful Bryce
Voor de duidelijkheid: ‘dit’ is Bryce Canyon National Park in Utah. Je vindt het op zo’n vier uur rijden van Las Vegas, waar de dichtstbijzijnde internationale luchthaven ligt. Wie, net als ik, verwacht dat die rit voert over saaie stukken snelweg, heeft het helemaal bij het verkeerde eind. Het landschap verandert constant: van de kurkdroge Valley of Fire tot de groene velden bij Panguitch en de hoge rode rotspartijen langs de snelweg, na elke bocht is er een totaal ander uitzicht. Bryce is, na een dagje wennen aan de jetlag in Las Vegas, de eerste stop op mijn roadtrip door drie Nationale Parken in Utah en Arizona. En wat een stop.
Lees hier waarom Salt Lake City op je bucketlist moet staan.
Leer hier meer over de nationale parken van Amerika:
De Bryce Canyon Lodge, een hotel dat bestaat uit verschillende blokhutten, ligt midden in het National Park, goed verscholen tussen groene bomen en kronkelige kiezelpaden. Het is niet moeilijk om de canyon vanuit hier te vinden: volg simpelweg vanuit je kamer het pad omhoog, weg van de lodge, en voor je het weet sta je bovenaan de kloof met open mond te kijken naar de grillige rotsformaties. Of, zoals ze ook wel genoemd worden, de amfitheaters die Bryce vormen.
De paden op
Van bovenaf is de canyon al indrukwekkend genoeg, maar de beste manier om Bryce te leren kennen is door een van de wandelpaden door de kloof te volgen. Een absolute aanrader is de Navajo Loop Trail, die begint bij Sunset Point en zich vanaf daar een weg naar beneden kronkelt tussen hoge, steile rotsen door en langs roestkleurige pieken. Hoe verder je afdaalt, hoe beter je ziet hoe hoog de pieken van Bryce echt zijn. Het groen van de bomen steekt fel af tegen de torenhoge rotsen en als je langzaam weer het pad omhoog volgt, heb je om de paar meter een prachtig uitzicht over de canyon en de omgeving.
Lees ook dit: Tips voor 2 dagen Las Vegas en omgeving.
De trail is iets meer dan 2 kilometer lang, maar door de hoogteverschillen en het feit dat je hier en daar goed moet opletten waar je je voeten neerzet, doe je er al snel tussen de 1 en 2 uur over om hem helemaal af te ronden. Terug naar de Lodge, waar je bij Valhalla een versgebakken pizza bestelt. Die kun je opeten bij dit kleine restaurant, maar je kunt ‘m ook meenemen naar de rand van de canyon en daar genieten van de zonsondergang.
Het water op
Stop twee op mijn roadtrip is Lake Powell. Onderweg stap ik nog snel uit in Hatch, een piepklein dorpje net buiten Bryce, waar bij een kleine, typisch Amerikaanse diner (Galaxy of Hatch) heerlijke milkshakes worden gemaakt met vers ijs. Al smikkelend voert de tocht verder naar de Glenn Canyon National Recreation Area. Daar check ik in bij Lake Powell Resorts & Marinas, op loopafstand van het meer. Hoge krijtrotsen steken uit boven de oevers en ik spring op een boot die me twee uur lang over het meer gaat varen. Het is flink bakken in de volle zon op het bovendek, maar de boottocht over het meer en door Antelope Canyon is zeker de moeite waard. Het is een relaxte manier om de canyon, die geliefd is bij fotografen vanwege de dramatische lichtinval en prachtige kleuren, te verkennen.
Wil je liever lopend de canyon in? Houd er dan rekening mee dat je enkele weken van tevoren een tijdsslot moet vastleggen waarop jij, samen met een groep andere toeristen, in rap tempo door de populaire fotoplekken van de canyon wordt geleid. Mooi blijft het zeker, maar vrijheid om zelf op pad te gaan is er niet. Vergeet zeker niet om even naar de Horseshoe Bend te rijden, niet ver van het resort. De Colorado River heeft zich een hoefijzervormige weg uitgesleten doordeze kloof en je kunt op het randje van de rotsen een paar honderd meter naar beneden kijken. Let wel op waar je je voeten neerzet: elk jaar tuimelen hier een aantal toeristen over de rand terwijl ze proberen een selfie te maken.
’s Avonds rijd je het dorp Page in. Hier vind je meerdere eettentjes waar toeristen en locals komen bijtanken na een dag hiken en dobberen op het meer. Een leuk restaurant is Strombolli’s, waar in het hoogseizoen regelmatig een rij tot op straat staat. Schuif aan op de veranda en kies voor een pasta of nog maar een pizza. Opvallend verschil met Europese pasta’s is dat Amerikanen hun gerechten rijkelijk bestrooien met kaas en dat de porties enorm zijn. Ga hier dus met een lege maag naartoe.
Ook leuk om te doen in Amerika: een stedentrip naar Los Angeles.
De rivier in
Tijd voor het laatste park op mijn rondreis: Zion. Na de koperkleurige pieken van Bryce en de grijze rotsen bij Lake Powell is het even wennen aan de hoge gebergtes van dit Nationale Park in Amerika. Zion is een combinatie van rood, oranje en groen, tegen een felblauwe lucht met hier en daar een witte wolk. Ik rijd naar Springdale, over rood asfalt, via een weg die via haarspeldbochten en donkere tunnels naar beneden loopt. Slapen doe ik in La Quinta Inn & Suites in het schattige Springdale, net buiten het park.
Tip: Wil je liever in het park overnachten? Dan kan dat op een camping (daarvoor moet je wel snel zijn met het aanmelden voor een plaatsje) of in Zion Lodge, de enige lodge binnen de parkgrenzen.
Het is nog vroeg in de middag en er staat een hike op het programma. Bij Zion Outfitters huur ik speciale wandelschoenen en wet socks (van hetzelfde materiaal als een wetsuit) en een paar minuten later zit ik in de gratis shuttlebus die door het hele park rijdt. Ik ga door The Narrows wandelen, een hike die door een rivier loopt.
Een fijn vooruitzicht, want het is buiten 35 graden en de zon brandt op mijn huid. De eerste 20 minuten van de hike snap ik niet waar de wandelschoenen en sokken voor nodig waren. Het pad is keurig en loopt over een verhoging naast de rivier. Maar beetje bij beetje wordt me duidelijk dat de ‘protective gear’ niet overdreven is, vooral als ik de rivier moet doorkruisen en het water tot halverwege mijn kuiten komt.
Een tip: door de stroming kan het lastig zijn om overeind te blijven staan, dus neem een waterproof tas of zakje mee voor alles dat je droog wilt houden.
Dat is echt geen overbodige luxe, bedenk ik als ik een tijd later tot mijn middenrif in het water sta. Heerlijk koel is het zeker, intensief ook, maar vooral heel erg mooi. De rivier stroomt tussen de hoge kliffen door die aan twee kanten oprijzen, dan weer hoog genoeg om in te zwemmen, dan zo laag dat het water net tot aan mijn enkels komt. Het klinkt idyllisch, maar zeker het eerste stuk van de route is het behoorlijk druk. Laat je hier niet door afschrikken; hoe verder je doorloopt, hoe rustiger het wordt, tot er nog maar een handjevol wandelaars over is en je echt kunt genieten van de natuur om je heen.
Helemaal om
Het is half 7 ’s ochtends en ik zit in de zon op mijn balkon, met uitzicht op de hoge bergen van Zion. De omgeving is zo mooi dat ik mezelf even in mijn arm knijp. Ja, ik ben hier echt. In gedachten ga ik de drie Nationale Parken van Amerika die ik heb bezocht nog eens af, maar ik kan niet kiezen welke ik het mooist vind. Dan maar een gedeelde eerste plaats. En als iemand me nog eens vraagt of een vakantie naar dit deel van Amerika een aanrader is, zal ik volmondig met ‘ja’ antwoorden. Ook een reis met camper door West-Amerika zou mooi zijn.
Tip van Puck:
“Tijdens een roadtrip door Nevada, Utah en Arizona krijg je te maken met tijdsverschil tussen de drie staten. Houd daar rekening mee in je planning, je kunt zomaar een uur verliezen of juist een uurtje extra krijgen.”
Handige websites voor je reis
Hier wil je heen tijdens je reis naar de Nationale Parken van Amerika :
Dit vind je misschien ook leuk:
Ben jij al in een van de Nationale Parken van Amerika geweest?
Fotocredits header: Unsplash / Claudie-Ann Tremblay-cantin / Foto’s artikel door: Puck van de Beurden
Puck was de hoofdredacteur van ons TripTalk Magazine en gaat zelf regelmatig op reis naar bestemmingen en steden voor reportages in TripTalk magazine.
